Veiligheid

Niet roeien:   bij windkracht 5 of hoger of bij onweers- en stormdreiging.
Niet roeien:   bij mist met zichtgrens van 50 a 100 meter.
Niet roeien:   temperatuur onder nul en als er ijs ligt.

Roeien is een watersport die zoals andere watersporten het gevaar van verdrinking of onderkoeling met zich meebrengt, en dit is dan ook het belangrijkste aandachtspunt om qua persoonlijke veiligheid bij stil te staan. Deze risico’s zijn afhankelijk van een aantal factoren:
– Weersinvloeden
– Geoefendheid van de roeier
– Toestand en hoedanigheid van het materiaal
– Aantal en ervaring van mederoeiers

Wat te doen bij omslaan?
Bij omslaan is de eerste natuurlijke reactie uiteraard zien zo snel mogelijk boven te komen. Hierbij is het cruciaal dat je voeten loskomen van de schoentjes. Om dit makkelijker mogelijk te maken zitten aan de schoentjes korte touwtjes waardoor je voet makkelijk loskomt, zelfs zonder de schoenoverslagen te openen. Die touwtjes zijn dus essentieel, kort en stevig genoeg te zijn en moeten regelmatig gecheckt worden!
Ben je omgeslagen en “boven water”, regel nr 1 is: blijf bij de boot, probeer hem recht te krijgen en er weer in te komen of kruip er anders boven op, maar ga niet zwemmen naar de kant (Als je omgaat onder de wal en je kan staan is dat weer een ander verhaal, maar hoofdpunt is: ga niet zwemmen naar de kant).
Beschermende kleding: meerdere lagen dun is veel beter dan enkele lagen dik, ook als dit katoen is. Het isoleert beter en trekt je minder naar beneden dan dikke kleding.

Wat te doen bij onderkoeling?    Iets over onderkoeling.
Tijdens roeien en natuurlijk bij omslaan loop je risico op onderkoeling (een lichaamstemperatuur  <35,5°C). In het water koel je namelijk 20 tot 30 keer sneller af dan onder droge omstandigheden. Maar ook buiten het water kun je onderkoelt raken. Het grootste gevaar van onderkoeling is, dat het sluipend verloopt!
Bij onderkoeling moet de natte kleding zo snel mogelijk vervangen worden door droge kleding. Het slachtoffer dient beschermd te worden tegen bijvoorbeeld de wind om verdere afkoeling te voorkomen.

Onder de brug door?
De brug alleen nemen indien de stuur ervaren genoeg is en de weersomstandigheden het toelaten. Bij harde (zijwaartse) wind keren en niet onder de brug door. Dit ter beoordeling van de stuur.
Indien de brug wel genomen wordt;    Ruim van tevoren (ca 50 meter) wordt de snelheid geminderd en  aandachtscommando gegeven. Vlak voor de brug het commando “slippen”of “riemen intrekken”.  Let op evenwicht bij stilzitten, een boord als “veilig boord” zeker stellen, bladen plat op het water.